Historie van een plek

Midden in de Polder Nieuwkoop, langs de Nieuwveenseweg ligt de Hoeve Rijlaarsdam. In de tachtiger jaren besloot de middelste telg van het geslacht Rijlaarsdam, Thijs, een andere koers in te slaan. Samen met zijn echtgenote Loekie transformeerde hij de Hoeve in een succesvolle galerie.

“Thijs was van nature meer een handelsman dan een boer,” zegt Loekie Rijlaarsdam. De jonge boer kwam in aanraking met kunst van een plaatsgenoot. Loekie: “Dat was zijn eerste kennismaking met kunst, al was dat dan geen hoge kwaliteit. Maar Thijs was erg nieuwsgierig van aard. Al gauw leerde hij wat over de geschiedenis van de Haagse Schoolschilders die hier in de negentiende eeuw in de buurt werkten. Thijs begon met kopen en verkopen. En hij kwam
in aanraking met Henricus Rol, een schilder en restaurateur van schilderijen. Die had in Noorden een restauratie-atelier waar hij ook leerlingen opleidde. Rol schilderde heel verdienstelijk, maar hij had als restaurateur ook belangrijke schilderijen onder handen, onder andere van het Rijksmuseum. Wij kwamen heel veel bij hem over de vloer, en hebben van hem echt goed leren kijken. Want daar gaat het in de kunsthandel om: kijken en kwaliteit herkennen.”

Goede neus

Inmiddels was Loekie met Thijs getrouwd. Ook zij ontwikkelde haar kunstsmaak en -inzicht. “Naarmate de galerie beter ging lopen, kregen we steeds meer gevoel voor kwaliteit. We kochten duurdere werken in. Soms schrok ik wel eens van de bedragen die Thijs besteedde aan inkoop, maar hij had een goede neus, en juist de kostbaarste werken werden het eerst verkocht. Ondertussen moesten we ook de Hoeve steeds verbeteren. Rozemarijn werd geboren. Ik werd dus ook moeder, met alles wat daarbij komt kijken. Maar we deden alles samen, elk besluit werd samen genomen. Thijs was het gezicht van de zaak. Hij was een hele goede zakenman. Niet alleen op zijn eigen voordeel uit, maar gericht op de continuïteit, dus op tevreden klanten. Tevreden klanten in de kunsthandel heb je alleen, of hou je alleen, als je volkomen eerlijk bent. Er is namelijk veel kaf onder het koren.”
Goede kunst herken je als je heel veel hebt gezien en zelf expert bent geworden. Loekie: “Dat is zo, maar behalve schilderijen moet je ook mensen kunnen lezen. Als iets niet helemaal snor zat, als Thijs een verhaal te horen kreeg dat niet helemaal goed klonk, dat deed hij geen zaken. En hij was een geweldige verkoper. Hij wilde een schilderij verkopen aan degene voor wie dat schilderij als het ware voorbestemd was. Ik hou dat ook altijd goed voor ogen: voor elk schilderij is de koper al geboren, hij of zij moet alleen nog binnenkomen.”

Glimlach

De overgang van boer tot kunsthandelaar werd wat makkelijker gemaakt door het landbouwbeleid dat destijds werd gevoerd. Loekie: “Wij hadden 12 hectare landbouwgrond. Dat is eigenlijk te weinig om een goed rendabel boerenbedrijf te bouwen. Er kwam een regeling waarvan Thijs gebruik maakte, ook al omdat hij wel aanvoelde dat zijn talent ergens anders lag.” Dat talent had niet alleen met de kunst te maken, maar ook met de makkelijke manier waarop Thijs met mensen omging. Zelfs nu nog, ruim 23 jaar na zijn overlijden zijn er vele collega’s die met een glimlach aan hem terugdenken. “Thijs had heel veel goodwill in de branche. Dat heeft er voor gezorgd dat ik nog steeds een goed netwerk heb in de kunstwereld.
Arie Bakker bijvoorbeeld, de grote expert op het gebied van de Haagse School, net als Johan van Geest, een vriend van Thijs die mij nog steeds adviseren.”

Opening

Loekie kwam in 1984 bij Thijs werken. “Ik was eigenlijk kleuterjuf van professie. Ik deed de administratie, ik deed eigenlijk van alles en nog wat. Thijs ging in die periode vaak overdag met pentekeningen van bedrijfspanden langs de deuren van bedrijven. Daar had hij een speciale showkoffer voor. Maar hij ging ook vaak naar veilingen en daar zie je ook goede kwalitatieve kunst. Dan ben je minder gemotiveerd voor de decoratiewerken. Dus zijn smaak ontwikkelde zich samen met zijn kennis. Mede dankzij Henricus Rol. Thijs maakte kennis met de veilingexperts en met andere kunsthandelaars. Hij legde contact met een aantal schilders in Amsterdam, die landschapjes maakten, en zo vormde zich een soort van collectie, waarmee we in 1988 de galerie Hoeve Rijlaarsdam konden openen.”

HEDENDAAGS

De galerie verkocht, in tegenstelling tot nu, vooral oudere kunst. Loekie: “Toen we begonnen hadden we veel werken van de Leidse School. Deze schilders stonden in de traditie van de Haagse school. Ze worden wel eens oneerbiedig ‘nabloei van de Haagse School’ genoemd, maar deze schilders, Chr. v.d. Windt, A.J. van Driesten, Rosemeier, Van der Nat, om er maar een paar te noemen, hebben heel goed werk gemaakt. Blijvend goed. Landschappen, met dieren. Overigens is de traditie van de plein air-schilderkunst nog steeds levend, zoals je bij ons kunt zien. Zolang er natuur- liefhebbers zijn, zijn er klanten voor natuurschilderijen. Tegenwoordig verkopen we juist voornamelijk hedendaagse kunst, kunst dus van levende meesters. En veel breder van onderwerp dan alleen het landschap. Niet alleen figuratief maar ook abstract.”

“Tevreden klanten in de kunsthandel heb je alleen als je volkomen eerlijk bent.”

Gasten

Een kunsthandel verkoopt niet alleen schilderijen.
Je wilt ook je gasten, of klanten, prettig kunnen ontvangen. Je wilt af en toe iets kunnen organiseren. “Kortom: ik haalde mijn horecapapieren en we kregen een horecavergunning. Dat was de eerste stap op weg naar wat we nu een ‘gemengd bedrijf’ kunnen noemen. Roos was al vanaf haar 17de jaar van plan om de zaak over te nemen. Ze zat op de Hotelschool. Thijs was er trouwens van overtuigd dat Roos uit het goede hout gesneden was.”
In 1999 werd Thijs ziek. “Dat was heel moeilijk. Roos was pas 4 1/2. Thijs redde het niet. Op zijn sterfbed gaf Thijs min of meer de opdracht dat ik de zaak moest voortzetten en dat Roos de opvolger zou zijn, als ze oud genoeg was. Ik ben daarom trots dat dat ook werkelijk gebeurd is.”
Na de dood van Thijs kwam langzaamaan de verschuiving naar de hedendaagse kunst. Zoals gezegd: figuratieve hedendaagse kunst en sinds een aantal jaren ook abstract.

 

Loekie: “Ik beweeg me bewust in de sub-top. Dat past bij mij. Ik heb een grote galerie en wil bij de tien beste galeries van Nederland behoren, dat is mijn streven. Ik heb van Thijs geleerd: geld is slechts een middel, een stuk gereedschap waarmee je handel kunt doen. Waar het om gaat is lekker werken. Mensen blij maken met een mooi werk, dat voor hen meer betekent dan alleen een ding aan de muur. Daar hoort ook advies bij. En andere dienstverlening. Ik taxeer ook voor mensen, al ben ik geen beëdigd taxateur. Als het om hele waardevolle kunstwerken gaat, vraag ik advies van iemand uit mijn netwerk. Sinds de dood van Thijs heb ik vele vaardigheden ontwikkeld, durf ik gerust
te zeggen. Ik ben goed geworden, in het vak van kunsthandelaar. Daar ben ik supertrots op.”