Edward Vandaele
Edward Vandaele is op de eerste plaats met expressiviteit begaan, dat wil zeggen met de lichamelijke of vormelijke weergave van iets innerlijks, hoezeer ook de uitstraling van dat innerlijke via de welsprekendheid van de vorm en van het totaalbeeld tot stand komt en groeit.
Vandaele bezit de benijdenswaardige gave om een figuur te modelleren die perfect beantwoordt aan de uitdrukking van een gedachte. De afwezigheid van het levende model betekent niet dat hij zomaar uit het niets een gestalte of een expressie plukt …een kleischets van een danspose van de hand van Rodin kan hem inspireren voor het ontwerp van zijn bronssculptuur “Nijinski”,zoals zijn “ode aan Egon Schiele”refereert aan een schilderij van de Oostenrijkse expressionist.
De vingers zijn dikwijls lang, elegant en welsprekend. Voeten stralen innerlijke kracht uit. Gelaatsuitdrukkingen, soms sereen en klassiek, soms krachtig en expressief.De ritmiek van het lichaam is discreet, maar daarom niet minder duidelijk en overtuigend. Hoewel Vandaele op uitzonderlijke knappe wijze gezichten, handen en voeten modelleert, toch vertrekt hij niet vanuit de vormentaal van een poserend model en is het nauwkeurig respecteren van verhoudingen niet iets waar hij zich angstvallig op toespitst. Het overstijgen van proporties lijkt soms vanzelfsprekend te zijn, in de sculpturen van Vandaele wettigt de intensiteit van de expressieve vormgeving het vrije omspringen met verhoudingen. Anders geformuleerd, overstijgt hier de expressiviteit de dwang of de beperking van een al te klassiek patroon.
Toont alle 3 resultaten